JOL 2005, 274
Ontvankelijkheid benadeelde partij in hoger beroep.
HR 10-05-2005, ECLI:NL:HR:2005:AT1812
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 mei 2005
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, J.P. Balkema, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
02790/04
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AT1812
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AT1812, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑05‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AT1812, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑05‑2005
Essentie
Ontvankelijkheid benadeelde partij in hoger beroep.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 22 december 2003, nummer 22/000812–03, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] (Sovjetunie) op [geboortedatum] 1980, te [woonplaats].
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Rechtbank te Dordrecht van 5 december 2002 — de verdachte ter zake van 1 primair en 2 primair: 'poging tot doodslag, meermalen gepleegd' veroordeeld tot drie jaren gevangenisstraf. Voorts heeft het Hof de vordering van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.