NJ 2007, 386
HR, 19-04-2005, nr. 02337/04
HR 19-04-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AS9237, m.nt. D.H. de Jong
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 april 2005
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, A.J.A. van Dorst, H.A.G. van Splinter-van Kan
- Zaaknummer
02337/04
- Conclusie
plv. P-G Fokkens
- Noot
D.H. de Jong
- LJN
AS9237
- JCDI
JCDI:ADS125891:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AS9237, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑04‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AS9237, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑04‑2005
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑10‑2003
- Wetingang
Sr art. 310, 416; Sv art. 359 lid 2
Essentie
Het doen van een pinbetaling met een gestolen giropas kan worden beschouwd als het wegnemen van een goed cfm. art. 310 Sr; gelet op 's hofs vrijspraak van opzetheling van de giropas (bewezen verklaard is schuldheling) is echter het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening ontoereikend gemotiveerd, aldus plv. P-G Fokkens ambtshalve. HR ambtshalve: 's hofs oordeel dat sprake is van diefstal getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting. Van tegenstrijdigheid tussen de vrijspraak van opzetheling en de bewezenverlaring van de latere diefstalen is geen sprake.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Gravenhage van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.