NJ 2005, 385
Redelijke termijn en uitreiking verstekmededeling.
HR 12-04-2005, ECLI:NL:HR:2005:AS4741
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 april 2005
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink
- Zaaknummer
02352/04
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AS4741
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AS4741, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑04‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AS4741, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑04‑2005
- Wetingang
Sv art. 366; EVRM art. 6 lid 1
Essentie
Redelijke termijn. Rechter dient ambtshalve te onderzoeken of door tijdsverloop bij de uitreiking van de verstekmededeling ex art. 366 Sv de redelijke termijn is overschreden. In casu is dat niet het geval, omdat verdachte kennis droeg van de vervolging maar zich na het instellen van het hoger beroep heeft uitgeschreven uit het GBA en geen maatregelen heeft getroffen om te bereiken dat hij kennis kreeg van de appèldagvaarding. Derhalve kon het Hof oordelen dat verdachte niet langer dan redelijk is onder de in art. 6 lid 1 EVRM bedoelde dreiging van een (verdere) ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.