JOL 2005, 170
Eisen aan gebruik als bewijsmiddel van verklaringen van een medeverdachte bij de politie als die medeverdachte de betreffende verklaringen later intrekt.
HR 15-03-2005, ECLI:NL:HR:2005:AS4681
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 maart 2005
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, A.J.A. van Dorst, J. de Hullu
- Zaaknummer
02247/04
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AS4681
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AS4681, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑03‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AS4681, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑03‑2005
Essentie
Eisen aan gebruik als bewijsmiddel van verklaringen van een medeverdachte bij de politie als die medeverdachte de betreffende verklaringen later intrekt.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 16 februari 2004, nummer 21/000851–03, in de strafzaak tegen [verdachte], geboren te [geboorteplaats] (Suriname) op [geboortedatum] 1961, ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Arnhem, Huis van Bewaring Arnhem-Zuid.
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Rechtbank te Arnhem ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.