NJ 2005, 193
I.c. geen sprake van pseudokoop door burger cfm. art. 126ij Sv.
HR 23-11-2004, ECLI:NL:HR:2004:AQ8478, m.nt. Y. Buruma
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 november 2004
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.P Balkema, B.C. de Savornin Lohman, W.A.M. van Schendel, J.W. Ilsink
- Zaaknummer
00497/04
- Conclusie
A-G Wortel
- Noot
Y. Buruma
- LJN
AQ8478
- JCDI
JCDI:ADS145505:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AQ8478, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑11‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AQ8478, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑11‑2004
- Wetingang
Sv art. 126ij
Essentie
Bij het terugkopen van gestolen schilderijen door een medewerker van de bestolene was geen sprake van pseudokoop door een burger cfm. art. 126ij Sv, nu het initiatief tot die terugkoop is uitgegaan voordat hij de politie inlichtte, OvJ of politie hem niet heeft ingeschakeld in het kader van een door de autoriteiten geregisseerde aankoop en de bemoeienis van de politie jegens de medewerker zich heeft beperkt tot advisering over de handelwijze ten aanzien van de overdacht van de schilderijen.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.