NJ 2007, 468
HR, 16-11-2004, nr. 01004-04
HR 16-11-2004, ECLI:NL:HR:2004:AR3225
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 november 2004
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink
- Zaaknummer
01004-04
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
AR3225
- JCDI
JCDI:ADS160965:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AR3225, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑11‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AR3225, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑11‑2004
- Wetingang
Sv art. 278 lid 2, 279, 280
Essentie
De verwerping van het beroep op noodweer (terzake van doodslag) is ontoereikend gemotiveerd, nu het hof kennelijk als vaststaand heeft aangenomen dat het slachtoffer heeft geprobeerd om verdachte te wurgen en het ontbreken van een levensbedreigende situatie bij eerdere gelegenheden niet uitsluit dat toen wel sprake was van een noodweersituatie en nog minder dat een noodweersituatie is ontstaan ten tijde van het tenlastegelegde feit. Onbegrijpelijke verwerping beroep op noodweer.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 14 november 2003, nummer 23/000764-01, in de strafzaak tegen E.R.M. v.d. B. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.