JOL 2004, 574
Niet-ontvankelijkheid openbaar ministerie wegens termijnoverschrijding in ontnemingszaak onvoldoende gemotiveerd.
HR 02-11-2004, ECLI:NL:HR:2004:AR2439
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 november 2004
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, W.A.M. van Schendel, J.W. Ilsink
- Zaaknummer
00072/04P
- Conclusie
A-G J. Wortel
- LJN
AR2439
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AR2439, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑11‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AR2439, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑11‑2004
Essentie
Niet-ontvankelijkheid openbaar ministerie wegens termijnoverschrijding in ontnemingszaak onvoldoende gemotiveerd.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 20 oktober 2003, nummer 22/005197–01, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van [betrokkene], geboren te [geboorteplaats] (Turkije) op [geboortedatum] 1947, wonende te [woonplaats].
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een beslissing van de Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage van 10 maart 2000 — het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.