NJ 2004, 688
Ceteco-zaak. Onbegrijpelijke afwijzing vordering wijziging tenlastelegging.
HR 26-10-2004, ECLI:NL:HR:2004:AQ1086
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 oktober 2004
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, G.J.M. Corstens, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
00208/04
- Conclusie
plv. P-G Fokkens
- LJN
AQ1086
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AQ1086, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑10‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AQ1086, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑10‑2004
- Wetingang
Essentie
Ceteco-zaak. 's Hofs afwijzing van de gevorderde wijziging tenlastelegging — behelzende o.a. toevoeging van verduistering als meer subsidiair feit aan de tenlastegelegde oplichting — is onbegrijpelijk: voor wat betreft tijd en plaats van de gedragingen, de mededader(s) en de benadeelden, wijkt de gevorderde toevoeging niet af van de oorspronkelijke tenlastegelegde oplichting, terwijl de delictsomschrijvingen van oplichting en verduistering naar hun strekking niet wezenlijk uiteenlopen.
Voorgaande uitspraak
Arrest op de beroepen in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 7 mei 2003, nummer 22/001950–02, in de strafzaak tegen T.I. VOF, adv. mr. A.E.M. Röttgering te Amsterdam. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.