NJ 2004, 467
Niet-ontvankelijkverklaring OM wegens schending redelijke termijn is onbegrijpelijk.
HR 29-06-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AO9643
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 juni 2004
- Magistraten
Mrs. Bleichrodt, Corstens, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
00289/04E
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AO9643
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AO9643, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑06‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AO9643, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑06‑2004
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 1; Sv art. 359a
Essentie
Het Hof heeft het OM niet-ontvankelijk verklaard wegens schending van de redelijke termijn (zowel in eerste aanleg als in hoger beroep zijn drie jaren en meer dan zes maanden verstreken). Het Hof heeft onvoldoende inzicht gegeven in zijn gedachtegang door tegenover de omstandigheid dat het OM — ondanks het grote tijdsverloop in eerste aanleg — geen voortvarendheid heeft betracht bij het aanbrengen van de zaak in hoger beroep, slechts in algemene zin te verwijzen naar de aard, omvang en ernst van het tenlastegelegde. Voorts heeft het Hof niets overwogen omtrent het tijdsverloop in eerste aanleg als gevolg van onderzoekshandelingen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.