JOL 2004, 357
Aanwezigheidsrecht. Na betekening zonder bekende woon- of verblijfplaats heeft verdacht een week voor de zitting een GBA-adres gekregen. Moet naar dat adres alsnog een dagvaarding/oproeping worden gezonden? Strafprocesrecht en mensenrechten.
HR 22-06-2004, ECLI:NL:HR:2004:AO9097
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 juni 2004
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, A.J.A. van Dorst, J. de Hullu
- Zaaknummer
02037/03
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
AO9097
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AO9097, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑06‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AO9097, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑06‑2004
Essentie
Aanwezigheidsrecht. Na betekening zonder bekende woon- of verblijfplaats heeft verdacht een week voor de zitting een GBA-adres gekregen. Moet naar dat adres alsnog een dagvaarding/oproeping worden gezonden?
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 15 november 2002, nummer 22/001044–02, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1979, zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande, ten tijde van de betekening van de aanzegging uit anderen hoofde gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Haaglanden' te Zoetermeer.