JOL 2004, 350
Schatting wederrechtelijk verkregen voordeel. De ambtshalve bekendheid van het hof dat de gemiddelde winstmarge van cocaïne en heroïne ongeveer gelijk zijn, is niet een wettig bewijsmiddel en geen feit van algemene bekendheid. Strafprocesrecht.
HR 15-06-2004, ECLI:NL:HR:2004:AO8229
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 juni 2004
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, W.A.M. van Schendel, J.W. Ilsink
- Zaaknummer
0168903P
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
AO8229
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AO8229, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑06‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AO8229, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑06‑2004
Essentie
Schatting wederrechtelijk verkregen voordeel. De ambtshalve bekendheid van het hof dat de gemiddelde winstmarge van cocaïne en heroïne ongeveer gelijk zijn, is niet een wettig bewijsmiddel en geen feit van algemene bekendheid. Strafprocesrecht.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 19 maart 2003, nummer 20/001484–02, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van:
[betrokkene], geboren te [geboorteplaats] (Marokko) op [geboortedatum] 1974, wonende te [woonplaats].
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een beslissing ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.