NJ 2004, 438
Toereikend bewijs art. 8 WVW 1994; onder invloed MDMA en MDA niet tot behoorlijk besturen in staat.
HR 01-06-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AO4048, m.nt. J.M. Reijntjes
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 juni 2004
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, G.J.M. Corstens, A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
01741/03
- Conclusie
A-G Wortel
- Noot
J.M. Reijntjes
- LJN
AO4048
- JCDI
JCDI:ADS65393:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AO4048, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑06‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AO4048, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑06‑2004
- Wetingang
WVW 1994 art. 8 lid 1
Essentie
Toereikend bewijs dat verdachte onder zodanige invloed was van MDMA en MDA, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moest worden geacht, mede gelet op het NFI-rapport dat in verdachte's bloed werkzame concentraties MDMA en MDA aanwezig waren waardoor de rijvaardigheid zal zijn beïnvloed en dat aangetroffen MDMA-gehalte hoog was. Niet hoeft vast te staan, dat sprake is van feitelijk gevaarlijk of niet aan de verkeerssituatie aangepast rijgedrag.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 18 februari 2003, nummer 20/000973–02, in de strafzaak tegen A.C.P.C., adv. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.