JOL 2004, 270
In Antilliaanse zaak is geldboete opgelegd aan rechtspersoon. Nu de wet voor dat feit slechts een gevangenisstraf kent is strafoplegging in strijd met de wet. Hoge Raad stelt vast dat aan verdachte geen straf kan worden opgelegd.
HR 18-05-2004, ECLI:NL:HR:2004:AO3562
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 mei 2004
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, A.J.A. van Dorst, J. de Hullu
- Zaaknummer
02516/03A
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AO3562
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AO3562, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑05‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AO3562, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑05‑2004
Essentie
In Antilliaanse zaak is geldboete opgelegd aan rechtspersoon. Nu de wet voor dat feit slechts een gevangenisstraf kent is strafoplegging in strijd met de wet. Hoge Raad stelt vast dat aan verdachte geen straf kan worden opgelegd.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba van 3 juli 2003, nummer H-20/2003, in de strafzaak tegen:
[verdachte], te [vestigingsplaats] (Nederlandse Antillen).
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van het Gerecht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.