JOL 2004, 259
Hof heeft acht geslagen op ter zitting niet voorgelezen brief van verdachte. Verdachte heeft bij deze klacht geen redelijk belang, nu hij de brief kende.
HR 11-05-2004, ECLI:NL:HR:2004:AO4051
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 mei 2004
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, W.A.M. van Schendel, J.W. Ilsink
- Zaaknummer
01829/03
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
AO4051
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AO4051, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑05‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AO4051, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑05‑2004
Essentie
Hof heeft acht geslagen op ter zitting niet voorgelezen brief van verdachte. Verdachte heeft bij deze klacht geen redelijk belang, nu hij de brief kende.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 21 februari 2003, nummer 20/002206–01, in de strafzaak tegen [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1974, te [woonplaats].
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van het vonnis van de Politierechter in de Arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch van 27 augustus 2001 — de verdachte ter zake van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.