Vervolgingsuitlevering PKK-lid aan Turkije toelaatbaar.

Documentgegevens:

HR 07-05-2004, ECLI:NL:HR:2004:AF6988, m.nt. A.H. Klip

Instantie: Hoge Raad
Datum: 7 mei 2004
Magistraten: Mrs. C.J.G. Bleichrodt, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst, W.A.M. van Schendel, J. de Hullu
Zaaknummer: 02853/02/U/II
Conclusie: A-G Jörg
Noot: A.H. Klip
LJN: AF6988
JCDI: JCDI:ADS116964:1
Vakgebied(en): Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
Internationaal strafrecht / Internationale misdrijven
Brondocumenten: ECLI:NL:PHR:2004:AF6988, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 07‑05‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AF6988, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑05‑2004
Wetingang: Sr art. 140; Wet Internationale Misdrijven art. 13; Europees Verdrag bestrijding terrorisme art. 13; EVU art. 3; UW art. 11

Essentie

Vervolgingsuitlevering aan Turkije van persoon verdacht van deelneming aan PKK en daarmee samenhangende terroristische activiteiten.

1. Onjuist is de opvatting dat in het geval van een intern gewapend conflict het humanitaire oorlogsrecht exclusief van toepassing is, zodat het commune strafrecht is uitgeschakeld. De strafbaarstelling van schendingen van het humanitaire oorlogsrecht in interne gewapende conflicten in art. 6 Wet internationale misdrijven (WIM), betekent niet dat deze handelingen niet (ook) naar het commune strafrecht strafbaar kunnen zijn en evenmin dat andere gedragingen die in verband met een intern gewapend conflict worden verricht, deswege niet ingevolge commuun strafrecht strafbaar kunnen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.