JOL 2004, 235
Materieel strafrecht en strafprocesrecht.
HR 20-04-2004, ECLI:NL:HR:2004:AO3289
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 april 2004
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.L.M. Urlings, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
00961/03
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
AO3289
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AO3289, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑04‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AO3289, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑04‑2004
Essentie
Verduistering en beroep op retentierecht. Voldoende motivering bewezenverklaring?
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 7 januari 2003, nummer 22/001608–02, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] (Somalië) op [geboortedatum] 1977, te [woonplaats].
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een bij verstek gewezen vonnis van de Politierechter in de Arrondissementsrechtbank te Rotterdam van 21 december 2001 — de verdachte ter zake van primair 'verduistering, gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.