JOL 2004, 130
Onvoldoende gemotiveerde bewezenverklaring. Ambtshalve cassatie.
HR 24-02-2004, ECLI:NL:HR:2004:AN9907
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 februari 2004
- Magistraten
W.J.M. Davids, G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink
- Zaaknummer
02105/02
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AN9907
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AN9907, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑02‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AN9907, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑02‑2004
Essentie
Onvoldoende gemotiveerde bewezenverklaring. Ambtshalve cassatie.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 15 februari 2002, nummer 21/001364–01, in de strafzaak tegen [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1973, te [woonplaats].
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Rechtbank te Arnhem van 12 juni 2001 — de verdachte vrijgesproken van het hem bij inleidende dagvaarding onder 2, 3, 4 primair, 5 primair, 6 primair, 7 primair, 8 primair, 9 primair, 10 primair, 11, 13 primair ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.