Voorwaardelijk opzet op de dood.

Verdachte heeft welbewust met een pistool, dat doorgeladen bleek te zijn, tegen en in de richting van het hoofd van het slachtoffer geslagen, terwijl verdachte dat pistool met de vingers in de nabijheid van de trekker vasthield met de loop in de richting van het slachtoffer, zonder dat verdachte zich er voordien van had vergewist of het een doorgeladen pistool betrof. Daarmee heeft de verdachte welbewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat het pistool zou afgaan en het slachtoffer dodelijk gewond zou kunnen raken.