JOL 2004, 55:Verdachte is voor 5 feiten veroordeeld. Hoge Raad vernietigt in cassatie de uitspraak ten aanzien van feit 2 en de strafoplegging. Hof spreekt na verwijzing van dat feit vrij en veroordeelt verdachte voor de overige feiten tot dezelfde straf als het eerste hof. Dat is geoorloofd want het hof was na verwijzing vrij in de strafoplegging. Dat zou anders zijn als het cassatieberoep beperkt was geweest tot feit 2. In dat geval had het hof waarnaar de zaak verwezen werd, de straf voor de overblijvende feiten, waarover reeds onherroepelijk was beslist, overeenkomstig het bepaalde in art. 423 lid 4 Sv moeten vaststellen.

JOL 2004, 55

Verdachte is voor 5 feiten veroordeeld. Hoge Raad vernietigt in cassatie de uitspraak ten aanzien van feit 2 en de strafoplegging. Hof spreekt na verwijzing van dat feit vrij en veroordeelt verdachte voor de overige feiten tot dezelfde straf als het eerste hof. Dat is geoorloofd want het hof was na verwijzing vrij in de strafoplegging. Dat zou anders zijn als het cassatieberoep beperkt was geweest tot feit 2. In dat geval had het hof waarnaar de zaak verwezen werd, de straf voor de overblijvende feiten, waarover reeds onherroepelijk was beslist, overeenkomstig het bepaalde in art. 423 lid 4 Sv moeten vaststellen.

Documentgegevens:

HR 27-01-2004, ECLI:NL:HR:2004:AN8240

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 27 januari 2004
Magistraten: W.J.M. Davids, F.H. Koster, W.A.M. van Schendel
Zaaknummer: 01341/03
Conclusie: A-G Machielse
LJN: AN8240
Vakgebied(en): Strafprocesrecht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:PHR:2004:AN8240, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑01‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AN8240, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑01‑2004

Essentie

Verdachte is voor 5 feiten veroordeeld. Hoge Raad vernietigt in cassatie de uitspraak ten aanzien van feit 2 en de strafoplegging. Hof spreekt na verwijzing van dat feit vrij en veroordeelt verdachte voor de overige feiten tot dezelfde straf als het eerste hof. Dat is geoorloofd want het hof was na verwijzing vrij in de strafoplegging. Dat zou anders zijn als het cassatieberoep beperkt was geweest tot feit 2. In dat geval had het hof waarnaar de zaak verwezen werd, de straf voor de overblijvende feiten, waarover reeds onherroepelijk was beslist, overeenkomstig het bepaalde in art. 423 lid 4 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.