NJ 2004, 215
Tankpas valt onder art. 232 Sr; uitlevering niet gevraagd voor deelneming criminele organisatie.
HR 20-01-2004, ECLI:NL:HR:2004:AO0624
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 januari 2004
- Zaaknummer
02582/03U
- LJN
AO0624
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AO0624, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑01‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AO0624, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑01‑2004
- Wetingang
Sr art. 140; Sr art. 232; UW art. 18 lid 3; UW art. 28 lid 3
Essentie
Vervolgingsuitlevering naar Duitsland.
1. Een tankpas kan worden aangemerkt als betaalpas of waardekaart in de zin van art. 232 Sr.
2. Nu door de verzoekende staat niet een met art. 140 Sr corresponderende bepaling is overgelegd, moet worden aangenomen dat de omstandigheid dat de opgeëiste persoon de feiten zou hebben begaan ‘als Mitglied einer Bande’ slechts is vermeld met het oog op de in de verzoekende staat bestaande strafverzwarende omstandigheden en de uitlevering niet ook is gevraagd voor deelneming aan een criminele organisatie.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.