JOL 2004, 30
De Hoge Raad heft een arrest waarin verdachte werd vrijgesproken van het telastegelegde vernietigd en de zaak ter verdere berechting verwezen naar een ander hof. Vervolgens heeft het parket bij de Hoge Raad aan de verdachte bericht dat het beroep was verworpen. Het hofdat de zaak na verwijzing behandelde, heeft het Openbaar Ministerie daarop niet-ontvankelijk verklaard in zijn vervolging, omdat verdachte aan deze kennisgeving het vertrouwen kon ontlenen dat de strafzaak was geëindigd in een vrijspraak en dat hij voor dit feit niet meer zou worden vervolgd. Dit is volgens de Hoge Raad niet juist. Aan de verkeerde mededeling van de uitspraak van de Hoge Raad kon de verdachte niet het gerechtvaardigd vertrouwen ontlenen dat het Openbaar Ministerie hem niet verder zou vervolgen.
HR 20-01-2004, ECLI:NL:HR:2004:AN9191
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 januari 2004
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, J.P. Balkema, J. de Hullu
- Zaaknummer
01720/03E
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AN9191
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AN9191, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑01‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AN9191, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑01‑2004
Essentie
De Hoge Raad heft een arrest waarin verdachte werd vrijgesproken van het telastegelegde vernietigd en de zaak ter verdere berechting verwezen naar een ander hof. Vervolgens heeft het parket bij de Hoge Raad aan de verdachte bericht dat het beroep was verworpen. Het hofdat de zaak na verwijzing behandelde, heeft het Openbaar Ministerie daarop niet-ontvankelijk verklaard in zijn vervolging, omdat verdachte aan deze kennisgeving het vertrouwen kon ontlenen dat de strafzaak was geëindigd in een vrijspraak en dat hij voor dit feit niet meer zou worden vervolgd. Dit is volgens de Hoge Raad niet juist. Aan de verkeerde mededeling ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.