NJ 2004, 179
Belanghebbende in de zin van art. 552a Sv. (Zie ook NJB 2004, p. 301; red.)
HR 06-01-2004, ECLI:NL:HR:2004:AN8586
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 januari 2004
- Magistraten
Mrs. Davids, Koster, Van Schendel
- Zaaknummer
01749/03B
- Conclusie
A‑G Wortel
- LJN
AN8586
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AN8586, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑01‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AN8586, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑01‑2004
- Wetingang
Sv art. 552a
Essentie
Voor de vraag of klaagster als belanghebbende in de zin van art. 522a Sv kan gelden en dientengevolge in het beklag kan worden ontvangen, is niet beslissend of zij als eigenaar van het geldbedrag kan worden aangemerkt, maar of zij heeft gesteld daarvan eigenaar te zijn. Het Hof heeft dit miskend.
Voorgaande uitspraak
Beschikking op het beroep in cassatie tegen een beschikking van het Gerechtshof te Amsterdam van 18 februari 2003, nummer RK 278/02, op een beklag als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door L.B..