Inhoudsopgave
JOL 2003, 667:Verdachte is door vormverzuim bij DNA-onderzoek niet in zijn belang geschaad. Hof had moeten beslissen op subsidiaire verzoek tot strafvermindering ex 359a SV, maar nu verdachte niet in zijn belang is geschaad is er geen sprake van nadeel in de zin van art. 359a Sv.
JOL 2003, 667
Verdachte is door vormverzuim bij DNA-onderzoek niet in zijn belang geschaad. Hof had moeten beslissen op subsidiaire verzoek tot strafvermindering ex 359a SV, maar nu verdachte niet in zijn belang is geschaad is er geen sprake van nadeel in de zin van art. 359a Sv.
Documentgegevens:
HR 16-12-2003, ECLI:NL:HR:2003:AN7635
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 december 2003
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, J.P. Balkema, J. de Hullu
- Zaaknummer
01334/03
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
AN7635
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AN7635, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑12‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AN7635, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑12‑2003
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 8 mei 2003, nummer 21/002285–02, in de strafzaak tegen [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1977, wonende te [woonplaats], ten tijde van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.