NJ 2004, 199
Verzuim OvJ om voornemen ontnemingsvordering kenbaar te maken: niet zonder meer niet-ontvankelijkheid OM.
HR 09-12-2003, ECLI:NL:HR:2003:AK3574, m.nt. Y. Buruma
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 december 2003
- Magistraten
Mrs. Davids, Corstens, Balkema, Ilsink, De Hullu
- Zaaknummer
0122103P
- Conclusie
A-G Jörg
- Noot
Y. Buruma
- LJN
AK3574
- JCDI
JCDI:ADS159892:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AK3574, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑12‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AK3574, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑12‑2003
- Wetingang
Essentie
Profijtontneming. De enkele omstandigheid dat betrokkene niet tijdig met het voornemen van het OM een ontnemingsvordering in te stellen, bekend is geraakt, leidt niet tot niet-ontvankelijkheid OM. De rechter moet nagaan in hoeverre betrokkene door het verzuim in zijn belangen is geschaad en mede op grond daarvan de sanctie bepalen (niet-ontvankelijkheid of vermindering betalingsverplichting).1
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 15 oktober 2002, nummer 24/000251–01, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van A.A.
Hof:
De uitspraak
Het Hof heeft in hoger ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.