JOL 2003, 625
Het oordeel van het hof dat de verdachte afstand heeft gedaan van zijn aanwezigheidsrecht op de laatste zitting is niet zonder meer begrijpelijk. Toch geen cassatie omdat gezien verloop hele strafzaak er geen schending is van art. 6 EVRM.
HR 25-11-2003, ECLI:NL:HR:2003:AM0215
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 november 2003
- Magistraten
W.J.M. Davids, F.H. Koster, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
00725/03
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
AM0215
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AM0215, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑11‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AM0215, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑11‑2003
Essentie
Het oordeel van het hof dat de verdachte afstand heeft gedaan van zijn aanwezigheidsrecht op de laatste zitting is niet zonder meer begrijpelijk. Toch geen cassatie omdat gezien verloop hele strafzaak er geen schending is van art. 6 EVRM.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 7 mei 2002, nummer 23/003112–99, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] (Tunesië) op [geboortedatum] 1962, wonende te [woonplaats].
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.