JOL 2003, 543
Bij strafoplegging ten onrechte rekening gehouden met delicten waar verdachte nog van verdacht wordt en ter zake waarvan hij vervolgd wordt.
HR 21-10-2003, ECLI:NL:HR:2003:AL3530
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 oktober 2003
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, A.J.A. van Dorst, J. de Hullu
- Zaaknummer
02760/02
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
AL3530
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AL3530, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑10‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AL3530, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑10‑2003
Essentie
Bij strafoplegging ten onrechte rekening gehouden met delicten waar verdachte nog van verdacht wordt en ter zake waarvan hij vervolgd wordt.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 26 april 2002, nummers 23/002238–98 (zaak A) en 23/002835–99 (zaak B), in de strafzaak tegen [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1946, wonende te [woonplaats].
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van de vonnissen van de Arrondissementsrechtbank te Utrecht van 15 april 1998 en 17 juni 1999 — de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.