NJ 2004, 118
Infiltratie.
HR 07-10-2003, ECLI:NL:HR:2003:AG2528, m.nt. Y. Buruma
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 oktober 2003
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, F.H. Koster, J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink
- Zaaknummer
02414/02
- Conclusie
A-G Vellinga
- Noot
Y. Buruma
- LJN
AG2528
- JCDI
JCDI:ADS116955:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AG2528, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑10‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AG2528, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑10‑2003
- Wetingang
Essentie
Hoewel een bevel tot infiltratie op grond van art. 126h Sv primair tot doel heeft het oplossen van reeds gepleegde misdrijven, mogen gegevens, verkregen tijdens infiltratiehandelingen, ook gebruikt worden voor de opheldering van strafbare feiten die na het afgeven van het bevel zijn begaan. Geen rechtsregel brengt mee dat als tijdens een infiltratie verdenking tegen een nieuwe verdachte naar voren komt ook de naam van die verdachte in de omschrijving van het bevel moet worden opgenomen.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 12 april ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.