NJ 2004, 189
Beledigende uitlatingen als bedoeld in art. 137c Sr in radioprogramma. Geen opzet op openbaarmaking.
HR 30-09-2003, ECLI:NL:HR:2003:AG3813, m.nt. P.A.M. Mevis
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 september 2003
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, F.H. Koster, J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
01752/02
- Conclusie
A-G Jörg
- Noot
P.A.M. Mevis
- LJN
AG3813
- JCDI
JCDI:ADS159932:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AG3813, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑09‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AG3813, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑09‑2003
- Wetingang
Essentie
Verdachte laat zich tegenover een verslaggever van een radioprogramma beledigend uit over Somaliërs, maar verzoekt direct daarna de verslaggever haar uitspraak niet uit te zenden. De passage wordt toch uitgezonden. HR: Het oordeel van het Hof dat het bestaan van opzet op de openbaarmaking louter dient te worden beoordeeld naar het moment waarop de uitlatingen tegenover de journalist zijn gedaan, zodat daaraan niet kan afdoen dat de verdachte na dat moment, doch vóór de openbaarmaking van de uitlatingen, de journalist heeft laten weten die uitlatingen te willen corrigeren en openbaarmaking in de oorspronkelijke vorm niet te wensen, is onjuist. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.