JOL 2003, 285
Getuige/slachtoffer niet gehoord. De Hoge Raad geeft aanwijzingen voor de wijze waarop het afzien van het horen van een jeugdig slachtofer in zedenzaken kan worden gecompenseerd.
HR 20-05-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF5704
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 mei 2003
- Magistraten
W.J.M. Davids, G.J.M. Corstens, J.P. van Balkema, A.J.A. van Dorst, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
01915/02
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AF5704
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AF5704, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑05‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AF5704, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑05‑2003
Essentie
Getuige/slachtoffer niet gehoord. De Hoge Raad geeft aanwijzingen voor de wijze waarop het afzien van het horen van een jeugdig slachtofer in zedenzaken kan worden gecompenseerd.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 25 april 2002, nummer 20/002255–01, in de strafzaak tegen [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1957, ten tijde van de betekening van de aanzegging in cassatie gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'De Geerhorst' te Sittard.
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.