NJ 2003, 508
Vaststellen wederrechtelijk verkregen voordeel bij overschrijding grenzen gedoogbeleid.
HR 04-03-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF1965
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 maart 2003
- Magistraten
Davids, Corstens, Balkema, De Savornin Lohman, Van Schendel
- Zaaknummer
0029202P
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AF1965
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AF1965, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑03‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AF1965, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑03‑2003
- Wetingang
Sr art. 36e
Essentie
Het oordeel van het Hof, dat ingeval de betrokkene in verband met het gedoogbeleid verkoop van softdrugs vanuit coffeeshops erop mocht vertrouwen dat tegen hem niet strafrechtelijk zou worden opgetreden, het uit die handel verkregen voordeel moet worden geacht niet wederrechtelijk verkregen te zijn, geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Indien de betrokkene de grenzen van dit gedoogbeleid overschrijdt, mag hij er in beginsel niet op vertrouwen dat niet strafrechtelijk zal worden opgetreden. In een zodanig geval moet in beginsel al het uit die handel in softdrugs verkregen voordeel geacht worden wederrechtelijk verkregen te zijn.