JOL 2003, 139
Bij overschrijding van de grenzen van het gedoogbeleid moet in beginsel al het uit de handel in softdrugs verkregen voordeel geacht wederrechtelijk verkregen te zijn.
HR 04-03-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF1965
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 maart 2003
- Magistraten
W.J.M. Davids, G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
0029202P
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AF1965
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AF1965, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑03‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AF1965, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑03‑2003
Essentie
Bij overschrijding van de grenzen van het gedoogbeleid moet in beginsel al het uit de handel in softdrugs verkregen voordeel geacht wederrechtelijk verkregen te zijn.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 7 februari 2001, nummer 20/001502–99, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van [betrokkene], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1957, wonende te [woonplaats].
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een beslissing van de Arrondissementsrechtbank te Maastricht van 1 april 1998 — ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.