NJ 2003, 558
Pleidooi raadsman is in casu laatste woord cfm. art. 311 lid 4 Sv.
HR 25-02-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF3368
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 februari 2003
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, J.P. Balkema, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
00894/02
- Conclusie
plv. A-G Vellinga
- LJN
AF3368
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AF3368, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑02‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AF3368, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑02‑2003
- Wetingang
Essentie
Nu het onderzoek ter terechtzitting is gesloten na het pleidooi van de gemachtigd raadsman, kan niet worden gezegd dat hem de bevoegdheid is onthouden het laatst te spreken.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 21 december 2001, nummer 20/000730–01, in de strafzaak tegen W. van der H., adv. mr. L.E.M. Hendriks te Maastricht.
Hof:
De uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — behoudens ten aanzien van de bewijsvoering, de strafoplegging en de strafmotivering — bevestigd een vonnis van de Politierechter in de Arrondissementsrechtbank te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.