NJ 2003, 390
Nietige betekening en gemachtigd raadsman; beroepstermijn.
HR 11-02-2003, ECLI:NL:HR:2003:AE9649, m.nt. T.M. Schalken
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 februari 2003
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, G.J.M. Corstens, A.M.J. van Buchem-Spapens, A.J.A. van Dorst, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
02151/01
- Conclusie
A-G Machielse
- Noot
T.M. Schalken
- LJN
AE9649
- JCDI
JCDI:ADS116933:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AE9649, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑02‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AE9649, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑02‑2003
- Wetingang
Sv art. 278 lid 1; Sv art. 279; Sv art. 349 lid 1; Sv art. 399; Sv art. 408; Sv art. 432; Sv art. 588; Sv art. 590 lid 1
Essentie
1. Als de niet verschenen verdachte zich ter zitting laat verdedigen door een uitdrukkelijk gemachtigd raadsman, moet het instellen van een rechtsmiddel binnen 14 dagen na de einduitspraak geschieden.
2. Het verschijnen ter terechtzitting van een gemachtigd raadsman dekt niet de nietigheid van de dagvaarding wegens een betekeningsgebrek.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 4 mei 2001, nummer 20/001784–00, in de strafzaak tegen L.D., adv. mr. R.W. Koevoets te Rotterdam.
Hof:
Uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep de verdachte ter zake van 'handelen in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.