NJ 2003, 247
Omvang hoger beroep en schriftelijke voorbereiding.
HR 28-01-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AE8851, m.nt. P.A.M. Mevis
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
28 januari 2003
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, A.M.J. van Buchem-Spapens, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
01674/02P
- Conclusie
A-G Wortel
- Noot
P.A.M. Mevis
- LJN
AE8851
- JCDI
JCDI:ADS159942:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AE8851, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑01‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AE8851, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑01‑2003
- Wetingang
Essentie
Bij de schriftelijke voorbereiding ex art. 511g Sv worden uitsluitend grieven naar voren gebracht ten aanzien van de verwerping van het verweer dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk is in zijn vordering. Het hof acht de omvang van het hoger beroep beperkt tot het beroep op niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie. Ten onrechte, aangezien in hoger beroep een nieuwe behandeling en beoordeling van de gehele zaak plaatsvindt.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 14 december 2000, nummer 20/002209–98 OWV, op een vordering tot ontneming van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.