NJ 2003, 288
Door buren verdachte afgeluisterde telefoongesprekken. Bewijsmateriaal kwijt. Bewijsvoering.
HR 14-01-2003, ECLI:NL:HR:2003:AE9038, m.nt. Y. Buruma
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 januari 2003
- Magistraten
W.J.M. Davids, F.H. Koster, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman
- Zaaknummer
02494/01
- Conclusie
A-G Machielse
- Noot
Y. Buruma
- LJN
AE9038
- JCDI
JCDI:ADS116951:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AE9038, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑01‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AE9038, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑01‑2003
- Wetingang
Sv art. 359 lid 1; Sv art. 359a; EVRM art. 6
Essentie
1. Politie en OM hebben geen bemoeienis gehad met het op een cassettebandje opnemen van afgeluisterde gesprekken door de buren van verdachte, welk bandje zij eigener beweging aan de politie hebben gegeven. Geen bewijsuitsluiting aangezien het recht van de verdediging de inhoud daarvan te betwisten niet tekort is gedaan.
2. Twee op de hand van het slachtoffer aangetroffen bebloede haren zijn zoek geraakt na veiligstelling door de politie, waardoor ze niet konden worden onderzocht. Geen niet-ontvankelijkheid OM, nu niet doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte tekort is gedaan aan diens recht op een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.