NJ 2003, 157
Belang OM bij beroep na gehele toewijzing vordering.
HR 24-12-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE9673
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 december 2002
- Magistraten
W.J.M. Davids, A.M.J. van Buchem-Spapens, A.J.A. van Dorst, E.J. Numann, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
02480/01P
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AE9673
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AE9673, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑12‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AE9673, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑12‑2002
- Wetingang
Essentie
Uit de enkele omstandigheid dat de rechter heeft beslist conform de vordering van het OM volgt niet zonder meer dat het OM geen belang heeft bij zijn beroep tegen die beslissing. Volgt vernietiging nu het Hof in deze ontnemingszaak van de onjuiste rechtsopvatting is uitgegaan dat het geen hoger bedrag mocht vaststellen dan door het OM was gevorderd.1
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 7 juni 2001, nummer 24/000071–00, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van R.B., adv. mr. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.