JOL 2002, 637
Overschrijding redelijke termijn in eerste aanleg. Bewijsmotivering Strafprocesrecht
HR 19-11-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE9025
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 november 2002
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, A.M.J. van Buchem-Spapens, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
02300/01
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
AE9025
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AE9025, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑11‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AE9025, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑11‑2002
Essentie
Overschrijding redelijke termijn in eerste aanleg. Bewijsmotivering Strafprocesrecht
Samenvatting
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 27 september 2001, nummer 21/001938–00, in de strafzaak tegen:
[verdachte], te [woonplaats].
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Arrondissementsrechtbank te Almelo van 11 juli 2000 — de dagvaarding in eerste aanleg wat betreft het tenlastegelegde gedeelte 'tezamen en in vereniging met verdachte en/of (een) ander(en), althans alleen' nietig verklaard en de verdachte ter zake van 'een bij de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.