JOL 2002, 600
Betaling vordering die niet is gebaseerd op nadeel dat rechtstreeks is geleden door bewezen feiten, behoeft niet in mindering te worden gebracht op aan Staat te betalen ontnemingsbedrag. Materieel strafrecht
HR 29-10-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE7707
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 oktober 2002
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, J.P. Balkema, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
0082401
- Conclusie
A-G Fokkens
- LJN
AE7707
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AE7707, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑10‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AE7707, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑10‑2002
Essentie
Betaling vordering die niet is gebaseerd op nadeel dat rechtstreeks is geleden door bewezen feiten, behoeft niet in mindering te worden gebracht op aan Staat te betalen ontnemingsbedrag. Materieel strafrecht
Samenvatting
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 23 februari 2000, nummer 22/005101–99, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van: [verdachte], te [woonplaats]
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep bevestigd een uitspraak van de Arrondissementsrechtbank te Rotterdam van 8 april 1999 waarbij aan de betrokkene de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.