NJ 2003, 52
Vergelijkend DNA-onderzoek.
HR 08-10-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE5654
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 oktober 2002
- Magistraten
W.J.M. Davids, F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, E.J. Numann, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
02192/01
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AE5654
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AE5654, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑10‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AE5654, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑10‑2002
- Wetingang
Essentie
Het vergelijken van het van de verdachte verkregen DNA-profiel in zaak B met in de databank opgenomen DNA-profielen uit andere zaken waarin nog geen verdachte bekend is, is een DNA-onderzoek cfm art. 138a Sv. Van gebruik voor andere doeleinden van het van verdachte afgenomen bloed is geen sprake. Ook in het geval het DNA-profiel is verkregen na opdracht van de rechter-commissaris, is de OvJ op grond van art. 151a (oud) Sv bevoegd tot het geven van een opdracht tot een vergelijkend DNA-onderzoek. Geen schending art. 8 EVRM.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.