NJ 2002, 572:De opvatting dat slechts gelegenheid tot vaststelling van de identiteit behoeft te worden geboden, indien de verdachte als bestuurder of verkeersdeelnemer betrokken is bij het verkeersongeval, is onjuist. Het Hof heeft kunnen oordelen dat de verdachte, die zijn auto met daarop bevestigde ladders zodanig had geparkeerd dat een fietser daar tegenaan is gereden, bij dat verkeersongeval ‘betrokken’ was in de zin van art. 7, eerste lid aanhef en onder a, WVW 1994.