NJ 2002, 518
Weigering oproepen informant.
HR 25-06-2002, ECLI:NL:HR:2002:AD8843, m.nt. T.M. Schalken
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 juni 2002
- Magistraten
W.J.M. Davids, G.J.M. Corstens, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman
- Zaaknummer
03552/00
- Conclusie
A-G Fokkens
- Noot
T.M. Schalken
- LJN
AD8843
- JCDI
JCDI:ADS145546:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AD8843, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑06‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AD8843, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑06‑2002
- Wetingang
Sv art. 348; Sv art. 349 lid 3; Sv art. 553; Sv art. 554; Sv art. 555
Essentie
Als het OM een persoon vanwege een zwaarwegend opsporingsbelang de toezegging heeft gedaan dat hij niet als (bedreigde) getuige zal worden gehoord en de rechter niettemin beveelt dat die persoon ter zitting of, al dan niet als bedreigde getuige, door de R-C moet worden gehoord, is een weigering van het OM de getuige op te roepen niet in strijd met de fundamenten van het strafproces. Niettemin heeft weigering van het OM om die persoon als getuige op te roepen, analoog aan het bepaalde in art. 349 lid 3 Sv, tot gevolg dat het OM niet-ontvankelijk moet worden verklaard. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.