NJ 2002, 422
Bevoegdheid bij cumulatie economische en gewone strafzaken.
HR 04-06-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE1489
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 juni 2002
- Magistraten
W.J.M. Davids, B.C. de Savornin Lohman, E.J. Numann
- Zaaknummer
01477/01
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
AE1489
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Juridische beroepen / Rechter
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AE1489, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AE1489, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑06‑2002
- Wetingang
RO (oud) art. 56 lid 4; WED art. 39 lid 3
Essentie
Bij tenlastelegging van economische delicten en commune delicten waarin een samenhang aanwezig is, is de gewone strafkamer van de rechtbank bevoegd. De volgorde waarin de met elkaar samenhangende feiten cumulatief ten laste zijn gelegd, is niet van belang voor de vraag of de gewone strafkamer dan wel de economische kamer bevoegd is.1
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 31 januari 2001, nummer 20/000811–00, in de strafzaak tegen H.C.P.H., adv. mr. M.M. de Jong te Goirle.
Hof:
De uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep de verdachte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.