NJ 2002, 381
Ambtshalve beletten van antwoorden vraag getuige cfm. art. 293 Sv.
HR 09-04-2002, ECLI:NL:HR:2002:AD9562
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 april 2002
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, F.H. Koster, A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
00999/01
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AD9562
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AD9562, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑04‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AD9562, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑04‑2002
- Wetingang
Essentie
Ingevolge art. 293 lid 1 Sv kan een rechter ambtshalve beletten dat aan een door een raadsman gestelde vraag gevolg wordt gegeven, ondermeer indien het antwoord daarop voor de beoordeling van de zaak niet relevant is. In casu is daarvan sprake.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 2 februari 2001, nummer 21/001691–00, in de strafzaak tegen E.H. L., adv. mr. G.P. Hamer en mr. A.M. Ficq-Kengen te Amsterdam.
Hof:
Uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep de verdachte vrijgesproken van het hem bij inleidende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.