NJ 2002, 331
Grondslagverlating bij bewezenverklaring van heling.
HR 12-03-2002, ECLI:NL:HR:2002:AD8907
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 maart 2002
- Magistraten
W.J.M. Davids, G.J.M. Corstens, A.J.A. van Dorst
- Zaaknummer
00610/01
- Conclusie
A-G Fokkens
- LJN
AD8907
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AD8907, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑03‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AD8907, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑03‑2002
- Wetingang
Essentie
Het Hof heeft de grondslag van de tenlastelegging (terzake van heling) verlaten door bewezen te verklaren dat de verdachte ten tijde van het voorhanden ‘hebben’ van het geod wist dat het door diefstal was verkregen, terwijl ten laste is gelegd dat hij dat wist ten tijde van het voorhanden ‘krijgen’ van het goed.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 20 november 2000, nummer 22/002056–00, in de strafzaak tegen J.F. M., adv. mr. R.J. Baumgardt te Spijkenisse.
Hof:
Uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep bevestigd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.