NJ 2003, 557
Openbaar Ministerie kan geen cassatieberoep instellen tegen beslissing over de civiele vordering.
HR 26-02-2002, ECLI:NL:HR:2002:AD7011
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 februari 2002
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, A.M.J. van Buchem-Spapens, A.J.A. van Dorst, E.J. Numann, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
03802/00
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
AD7011
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AD7011, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑02‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AD7011, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑02‑2002
- Wetingang
Sv art. 421 lid 4; Sv art. 437 lid 3; RO (oud) art. 95 lid 1
Essentie
Advocaat-Generaal bij het hof stelt beroep in cassatie in dat gelet op de schriftuur uitsluitend gericht is tegen de niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partijen. De A-G is niet-ontvankelijk in zijn cassatieberoep, aangezien het Openbaar Ministerie geen partij is ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen en de Hoge Raad slechts kennis kan nemen van een eis tot cassatie die is ingesteld door partijen. Nu de wet niet voorziet in het instellen van beroep in cassatie door de benadeelde partij, kan niet worden aanvaard dat het Openbaar Ministerie cassatieberoep zou kunnen instellen tegen de beslissing over de civiele ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.