JOL 2001, 583
Bevoegdheid rechter onverplicht aangifte te doen van strafbare feiten die gelegen zijn in hem in het kader van een civiele procedure door een partij ter kennis gebrachte feiten. Strafprocesrecht
HR 30-10-2001, ECLI:NL:HR:2001:ZD2516
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 oktober 2001
- Magistraten
W.E. Haak als voorzitter, G.J.M. Corstens, A.M.M. Orie, A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman
- Zaaknummer
00316/00B
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
ZD2516
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:ZD2516, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑10‑2001
ECLI:NL:HR:2001:ZD2516, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑10‑2001
Essentie
Bevoegdheid rechter onverplicht aangifte te doen van strafbare feiten die gelegen zijn in hem in het kader van een civiele procedure door een partij ter kennis gebrachte feiten. Strafprocesrecht
Samenvatting
Voorgaande uitspraak
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 4 november 1999, parketnummer 10/003524–96, in de strafzaak tegen:
(verdachte), gevestigd te (vestigingsplaats).
Hoge Raad:
1. De bestreden beschikking
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een beschikking van de Arrondissementsrechtbank te Rotterdam van 3 februari 1999 — het bezwaarschrift van de verdachte gegrond verklaard en voorts ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.