JOL 2001, 575
Verdachte niet-ontvankelijk in een vóór de einduitspraak ingesteld cassatieberoep. Strafprocesrecht.
HR 23-10-2001, ECLI:NL:HR:2001:AB3239
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 oktober 2001
- Magistraten
W.J.M. Davids, F.H. Koster, G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman
- Zaaknummer
00286/00
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AB3239
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:AB3239, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑10‑2001
ECLI:NL:HR:2001:AB3239, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑10‑2001
Essentie
Verdachte niet-ontvankelijk in een vóór de einduitspraak ingesteld cassatieberoep. Strafprocesrecht.
Samenvatting
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 8 november 1999, parketnummer 21/000870–99, in de strafzaak tegen:
(verdachte), te (woonplaats).
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft verstaan dat de verdachte wat betreft het bij inleidende dagvaarding onder 3. en 4. tenlastegelegde verzet heeft gedaan en in hoger beroep — met vernietiging van een bij verstek gewezen vonnis van de Politierechter in de Arrondissementsrechtbank te Arnhem van 21 december 1998, voorzover aan 's ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.