NJ 2002, 126
Korte aanduiding feit bij oproeping ten onrechte niet aangevuld.
HR 02-10-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AE0855
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 oktober 2001
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann
- Zaaknummer
01688/00
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
AE0855
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AE0855, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑10‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AE0855, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑10‑2001
- Wetingang
Essentie
In geval van oproeping met toepassing van art. 385 e.v Sv dient oproeping te voldoen aan art. 261 Sv of, als wordt volstaan met een korte aanduiding van het feit, dient deze voor zitting te worden aangevuld of verbeterd. Deze aanvulling of verbetering moet aan verdachte worden toegezonden. Nu dit alles niet is geschied, is tenlastegelegde feit niet genoegzaam omschreven.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een vonnis van de Arrondissementsrechtbank te Maastricht van 28 september 1999, nummer 03/260572–98, in de strafzaak tegen E.A.J.E.
Hof:
De uitspraak
De Rechtbank heeft in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.