NJ 2001, 637
Bijzondere voorwaarde bij voorwaardelijke veroordeling. Verbeurdverklaring.
HR 25-09-2001, ECLI:NL:HR:2001:AB3128
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 september 2001
- Magistraten
W.J.M. Davids, G.J.M. Corstens, A.J.A. van Dorst
- Zaaknummer
01848/00
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
AB3128
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:AB3128, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑09‑2001
ECLI:NL:HR:2001:AB3128, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑09‑2001
- Wetingang
Sr art. 14c lid 2; Sr art. 33a lid 1; Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren art. 37
Essentie
1. Aan de verdachte die aan dieren de nodige verzorging had onthouden is als bijzondere voorwaarde opgelegd dat hij op geen enkele wijze ten behoeve van enige bedrijfsuitoefening dieren zal houden. Deze voorwaarde is toelaatbaar, nu de verdachte meermalen voor soortgelijke feiten is veroordeeld en hij voortdurend is teruggevallen in het onthouden van de noodzakelijke verzorging. Daaraan doet niet af dat de verdachte daardoor zal moeten ophouden met zijn bedrijf en dat hij niet opzettelijk heeft gehandeld.
2. Nu is bewezenverklaard dat de verdachte aan 25 runderen en 3 schapen de nodige verzorging heeft onthouden is de verbeurdverklaring ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.