NJ 2002, 108
Impliciet subsidiaire tenlastelegging niet opzettelijke overtreding Opiumwet.
HR 18-09-2001, ECLI:NL:HR:2001:AB2963
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 september 2001
- Magistraten
Bleichrodt, Koster, Van Buchem-Spapens
- Zaaknummer
01803/00
- Conclusie
A-G Fokkens
- LJN
AB2963
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:AB2963, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑09‑2001
ECLI:NL:HR:2001:AB2963, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑09‑2001
- Wetingang
Essentie
Ten laste is gelegd dat verdachte opzettelijk cocaïne heeft vervoerd. Oordeel Hof dat deze tenlastelegging impliciet beoogt ook het niet opzettelijk vervoeren te verwijten, is niet onbegrijpelijk en is niet in strijd met art. 6 EVRM.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 2 februari 2000, parketnummer 23/002168–99, in de strafzaak tegen F.T.A., adv. mr. G.P. Hamer en mr. A.M. Kengen te Amsterdam.
Hof:
De uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Arrondissementsrechtbank te Haarlem van 19 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.